Daar zijn ze weer. Ismen herkende
de vlag. Hij had zolang naar dit moment uitgekeken. Hij zag het halve dorp al
op de jeep afstormen en zelfs de vrouwen huilen van geluk. Eindelijk waren ze
weer gekomen. De vorige keer dat ze zijn dorp kwamen helpen moesten ze
onverwacht weer terug naar Nederland. Ze hadden echter wel beloofd terug te
komen. En dat deden ze. Deze keer voor goed.
De laatste jaren is de kritiek op
het geven van ontwikkelingshulp toegenomen. Dit is begrijpelijk, maar wel
verschrikkelijk. Hoe de ontwikkelingshulp nu verloopt is inderdaad niet juist,
maar om er direct mee te stoppen is volstrekte onzin en zeker geen oplossing.
In de huidige ontwikkelingshulp van Nederland wordt veel geld gestoken, maar
dit wordt niet goed benut en hier moet wat aan gedaan worden!
De ontwikkelingshulp van nu is
niet nuttig. Er wordt een hoop geld naar andere landen gestuurd, maar daarna
wordt er niet meer op gelet. Er wordt 0,7
procent van het BNP door de regering van Nederland afgestaan aan de regeringen
van ontwikkelingslanden. Dit is geen directe hulp en het land kan eigenlijk
zelf bepalen wat er met het geld gaat gebeuren. Er blijft dus ontzettend veel
aan de strijkstok hangen. Ook worden de al rijke mensen nog rijker en de armen
nog armer. Een groot probleem is ook dat sommige organisaties meer geld kosten
om te kunnen blijven bestaan dan dat ze geld gebruiken om landen te helpen. Dit
is al vaak onderzocht en bewezen, maar er is nog niets aan gedaan.
Om volledig met de
ontwikkelingshulp te stoppen is ook geen oplossing. Er is namelijk al wel
resultaat te zien. Bijvoorbeeld de toegang tot het basisonderwijs in veel
landen is veel beter geworden mede door ontwikkelingshulp. Ook zijn er een
aantal ziektes zoals polio teruggedrongen door vaccinatieprogramma’s en er is
een afname van de kindersterfte. Veel landen in Aziƫ waren jaren geleden arm,
maar mede door ontwikkelingshulp zijn ze zich nu sterk aan het ontwikkelen. Het
valt dus eigenlijk wel mee met die bodemloze put waar men vaak over spreekt.
Daarnaast betekent dat als de regering besluit te stoppen met
ontwikkelingshulp, ook de organisaties stoppen die directe hulp geven. Dit mag
echt niet gebeuren. Deze organisaties werken met de lokale mensen aan de
samenleving. Dit is de meest nuttige hulp aangezien de lokale mensen aangeven
wat de problemen zijn en ze hier vrijwel direct mee geholpen kunnen worden.
Daarnaast is het ook onze plicht
om 0,7 procent van het BNP aan ontwikkelingssamenwerkingen te blijven geven. In
het verleden heeft Nederland verschillende verdragen getekend (de Universele
verklaring van rechten en plichten van de mens, Europese Unie, Wereldbank
enzovoort). Als Nederland nu besluit voor 2015 te stoppen zal de internationale
pers daar ongetwijfeld veel over gaan schrijven en dat is niet goed voor het
imago van Nederland. Naast de verplichtingen door contracten en verklaringen,
hebben wij ook nog een morele plicht om mensen in nood te helpen. Dat is
belangrijk en ligt nu eenmaal vast in onze normen en waarden. Als wijzelf een
ontwikkelingsland waren zouden wij de hulp van een ander land toch ook
fantastisch en misschien zelfs een beetje vanzelfsprekend vinden?
En als dan de economie van de
ontwikkelingslanden uiteindelijke verbetert, zal dit uiteraard ook een
positieve invloed hebben op de economie van Nederland. Een land dat een goede
welvaart heeft mede mogelijk door de hulp die Nederland heeft gegeven, zal
natuurlijk veel sneller zakelijke relaties aangaan en handelen met ons dan met
een land dat vrijwel niet heeft geholpen. Van de hulp die we nu geven zullen we
dus zelf uiteindelijk dus beter worden.
Het komt er op neer dat de
ontwikkelingshulp moet worden verbeterd, maar niet moet worden gestopt. Er moet
scherper worden bijgehouden waar het geld naar toe gaat. Wij zullen ons moeten
beperken tot alleen de goede en meest belangrijke organisaties die directe hulp
geven. Maar bezuinigen omdat we te laf zijn beter ons best te doen is eigenlijk
bizar. Zolang deze hulp nog letterlijk broodnodig is zou Nederland trots moeten
zijn op het geven van ontwikkelingshulp.
Lieve Annabel,
BeantwoordenVerwijderenDe hoofdgedachte van je tekst is heel duidelijk, eigenlijk weet je die al bij de titel wat heel fijn is, omdat je meteen weet waar je aan begint als lezer. Verder zijn je tekstsoort en schrijfdoel heel herkenbaar. Je geeft je mening heel duidelijk aan. Hierdoor weet je als lezer dat het een betoog is.
Ook heb je goede argumenten voor je mening. Het komt heel betrouwbaar over, omdat je je mening met feiten argumenteert. Je geeft drie argumenten en de een is sterker dan de ander. Als je deze argumenten in de zilver-brons-goud volgorde zet zal je betoog het krachtigst worden, doordat je met je laatste argument de lezer helemaal kunt overtuigen. Als deze zwakker is kan het tegenovergestelde gebeuren. Hoewel je naar mijn mening je argumenten beter in een andere volgorde had kunnen zetten, is dit laatste gelukkig niet het geval.
Het is heel fijn dat je signaalwoorden hebt gebruikt om je verschillende alinea's aan elkaar te koppelen. Zo staan je argumenten met elkaar in verbinding en wordt het een opsomming, waar niets mis mee is.
Als tegenargument gebruik je het feit dat het geld wat voor de ontwikkelingshulp bedoeld is, niet altijd op zijn juiste plaats terechtkomt. Dit verklaar je door te zeggen dat hier geen goede afspraken over gemaakt worden. Ik vind het een sterke stelling dat je wil dat de ontwikkelingshulp niet afgeschaft, maar verbeterd wordt. Je kunt het er moeilijk niet mee eens zijn.
Ik heb een foutje kunnen ontdekken. In de volgende zin staat namelijk twee keer het woordje 'dus': "Van de hulp die we nu geven zullen we dus zelf uiteindelijk dus beter worden." Verder staan er voor zover ik weer geen spelfouten in.
Je taalgebruik vind ik erg aantrekkelijk. Het is leuk dat je begint met een kleine anekdote en daarna in een kleine inleiding nog even duidelijk maakt dat je tekst een betoog is. In de laatste alinea vertel je nog eens krachtig wat je mening is waardoor ik zeker overtuigd ben.
Groetjes,
Lauretta
Beste Annabel,
BeantwoordenVerwijderenJe leidt je verhaal op een leuke manier in. Een anekdote als inleiding maakt het verhaal altijd inzichtelijker. Met die anekdote maak je ook gelijk een statement. Je vertelt dat de hulporganisatie goed werk heeft gedaan door Ismen en haar dorp van levensmiddelen te voorzien en dat ze terug zijn gekomen om permanente hulp te bieden.
Deze inleiding rijmt volledig met de titel van je betoog. Het tweede deel van je inleiding geeft echter een ander beeld van de situatie, want je bent ineens veel kritischer over ontwikkelingshulp. Het eerste argument gaat in diezelfde trend door. Het geld wordt slecht besteed, veel geld blijft aan de strijkstof hangen en het geld komt slechts bij het rijke deel van de bevolking terecht. Hiermee spreek je de stelling van het betoog niet tegen, maar je bevestigt hem zeker niet.
Je tweede argument daarentegen pleit weer voor ontwikkelingshulp. Je vertelt over de goede dingen die met het geld gebeuren en je zegt dat het geklaag over het nut van ontwikkelingshulp vaak ongegrond is. Het is een goed argument, het is namelijk een feitelijk argument een een moreel argument tegelijk.
Je volgende argument is in dezelfde lijn geschreven. Het pleit voor ontwikkelingshulp. Het is een heel sterk geschreven stukje. Zo noem je het een plicht om arme landen te helpen. Het is een sterke oproep die zeker indruk zal maken.
Tenslotte is het ook in ons eigen belang zeg je, want als de economie van een land verbetert, hebben wij daar profijt van. Het is een goed argument voor mensen die tegen ontwikkelingshulp zijn, want die willen dat geld liever zelf houden.
In je conclusie kom ik de stelling tegen die dit betoog had moeten hebben, namelijk dat ontwikkelingshulp niet afgeschaft, maar verbetert moet worden. Als je dit doet is de wispelturigheid van je betoog heel begrijpelijk en dan zou mijn kritiek daarop ook volledig ongegrond zijn. Let er dus op dat de titel en jouw stelling goed overeenkomen. Als je dit kleine punt verbetert, heb je een prima betoog.
Met vriendelijke groet,
Maurits